Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal hem [67]met uw rok bekleden, en Ik zal hem met uw [68]gordel [69]sterken, en uw [70]heerschappij zal Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en den huize van Juda tot een vader zijn. 67. Te weten met dien rok, dien gij als hofmeester van den koning draagt; dat is, Ik zal hem uw ambt geven. Het kleed was eertijds aan de hoven der koningen ene aanwijzing van het ambt, hetwelk zij ten hove bedienden. Zie hfdst.3 vs.6. 68. Versta hier den zwaardgordel, waarmede de eer en waardigheid van een persoon werd aangewezen. 69. Anders, bevestigen; te weten in zijn ambt. 70. Gebied, geweld, macht.